-
1 Schädigung
Schädigung〈v.; Schädigung, Schädigungen〉1 het berokkenen van schade ⇒ benadeling, aantasting2 schade, beschadiging -
2 nuke
adj. van kernwapens--------n. kernwapens; speciale berichtgeving via internet uitgezonden met als doel aan bepaalde computer schade toe te brengen (i.h.a. bij "chat")--------v. met kernwapens aanvallen, kernwapens gebruiken tegen (slang); speciale mededeling uitzenden via het internet om schade te berokkenen aan bedoelde computer (in het algemeen in "Chat")nuke1————————nuke2〈 werkwoord〉 -
3 Schaden
Schaden〈m.; Schadens, Schäden〉2 schade, beschadiging ⇒ defect, gebrek♦voorbeelden:Schaden davontragen, erleiden • schade oplopen, lijden; nadeel ondervindenes soll dein Schaden nicht sein • het zal niet in je nadeel zijner nimmt Schaden an seiner Gesundheit • zijn gezondheid lijdt eronder, wordt erdoor geschaad〈 informeel〉 ab, fort, weg mit Schaden! • weg ermee!〈 formeel〉 zu Schaden kommen (bei) • verlies lijden (bij), nadeel ondervinden (van)〈 spreekwoord〉 wer den Schaden hat, braucht für den Spott nicht zu sorgen • wie de schade heeft, heeft de schande erbijzu Schaden kommen • letsel oplopen, gewond raken -
4 schending
♦voorbeelden:de schending van onze neutraliteit • la violation de la neutralité de notre pays
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский